computers, worst en whiskey

Jenny Schings was toen ze dit schreef 12 jaar en zat op de brugklas van het St. Jans College in Hoensbroek. Jenny’s hobby’s zijn lezen, jazzdance en natuurlijk haar grote liefde Whiskey.

Omdat ik mijn mening moest schrijven, of eigenlijk typen, over het gebruik van computers en Internet thuis en op school, zal ik maar eens met het laatste beginnen (dat heeft geen reden, hoor). We hebben op school dus echt veel te weinig computers en we gebruiken het (de computers en Internet) ook veel te weinig. De brugklassers, waartoe ik behoor, hebben een uur in de week informatiekunde. Dan zit je wat achter een computertje spelletjes te doen. Soms ook wel eens een opdracht natuurlijk, zoals laatst een menukaart en een reclamefolder, maar als je klaar bent zit je weer te niksen. En dan kun je op school heel leuk met elkaar chatten, maar dat mag niet. De opdrachten zijn wel leuk, maar dat is ook weer niet zo vaak. Soms werken we in een boek, maar dat slaat dus echt op worst (lust ik niet!). Het gaat over van die mega-oude computertjes, waar natuurlijk geen cd-roms bijzitten. Nee zeg, stel je voor! Er kunnen alleen floppy's (!) in, jeweetwel, van die megagrote diskettes. Eerst hadden we ook van die dingen zoals ze in het boek staan, maar nu hebben we gelukkig nieuwe. Met een muis (die zat er eerst ook niet op) en met diskettes!

Wat ik nog meer stom vind aan het weinige computergebruik is dat we bij verschillende vakken cd-roms krijgen. Bijvoorbeeld bij biologie, geschiedenis en Frans. Als iemand thuis geen computer of geen cd-rom heeft, kan hij dus niks met die cd-roms, terwijl ze soms best handig zijn. We hebben op school ook geen Internet. Of misschien op een computer, dat weet ik niet zeker, maar daar mogen wij toch niet aankomen.Thuis hebben we wel een goede computer met cd-rom en Internet. Dat is wel heel handig, want ik gebruik hem best wel veel voor school, bijvoorbeeld voor werkstukken en leesverslagen. Internet is hierbij ook heel handig; er is bijvoorbeeld een site waar verschillende leesverslagen op staan van allerlei boeken. Je kunt daar dan informatie uithalen over bijvoorbeeld de schrijver (schrijfster). Twee jaar geleden had ik met nog twee anderen een spreekbeurt gehouden over Greenpeace. We hadden het toen ook over gif e.d., waar dan een heleboel over op Internet stond. We hadden toen veel informatie van Internet afgehaald en ik had zelfs nog een e-mail gestuurd naar iemand van Greenpeace, die toen nog meer informatie per post opstuurde. Met al die info bij elkaar konden we toen een goed verhaal maken, wat we toch zelf hadden geschreven. Omdat er van zowat elk onderwerp een heleboel sites zijn, kun je er een paar uitkiezen. Als iedereen dan een werkstuk of zo moet maken over hetzelfde onderwerp, heeft toch bijna niemand hetzelfde verhaal, wat dus komt doordat niet iedereen op dezelfde sites kijkt. Sommigen kijken natuurlijk niet op Internet, maar die hebben het dan weer uit boeken of cd-roms. Ik heb Internet ook gebruikt bij een werkstuk over kinderarbeid, met nog drie anderen. We hebben toen zelfs blaadjes uitgeprint vanaf Internet en zo in het werkstuk gedaan. Wel meer als bijlage, maar er stond veel in en het zag er ook leuk uit. Maar ik gebruik Internet niet alleen voor school natuurlijk. Ik kijk ook vaker op sites van bijvoorbeeld TMF. Je kunt daar dan hitlijsten bekijken enzo, maar het leukste vind ik het mailen. Dan kun je een e-mail sturen naar een veejay. Ook veel tijdschriften hebben sites, zoals bijvoorbeeld de Hitkrant en de Tina. Daar kun je dan weer kijken wat er zoal in dat blad staat. En natuurlijk alle sites van groepen als de BSB, de Spice Girls en Boyzone.

De laatste keer dat ik op Internet geweest ben, was in Amsterdam, waar we met techniek aan een wedstrijd meededen. Dat was in New Metropolis, waar een heleboel Internet-computers stonden. Ik had toen op de site van Britney Spears gekeken. Daar was niet zo veel aan, want het was de fanclubsite. Daar kon je dus allerlei dingen bestellen, zoals T-shirts enzo, maar dat hoef ik toch niet. Ik heb Internet een tijdje geleden nog gebruikt, toen we een hondje aan het uitzoeken waren. Omdat ik allergisch ben voor langharige honden, moesten we dus goed 'opletten' wat voor een hond we zouden nemen. Ik heb toen superveel informatie gehaald van doggy.net. Daar stonden dan zowat alle rassen met karakterbeschrijving, geschiedenis, grootte, enzovoorts. Ik heb toen een heleboel honden uitgeprint (klinkt stom!) en toen hebben we voor een Ierse Terrier gekozen.Die heeft de goede beharing en is heel waakzaam, trouw en lief. Na de keuze heb ik nog veel uitgeprint over de verzorging van een puppy. Ook weer via Internet zijn we aan telefoonnummers gekomen en hadden zo heel snel een nestje gevonden. En nu hebben we Whisky (zo heet ze).

Internet heeft natuurlijk ook wel wat kleine nadeeltjes. Bijvoorbeeld dat de telefoonlijn bezet is als je op Internet zit. Nou is daar wel wat aan te doen, maar als je niet zo vaak op Internet zit, ga je niet meteen een tweede telefoonlijn aanschaffen. Of misschien ook wel, maar het lijkt me van niet. En het duurt soms een tijdje voordat je binnen bent, op een site of op Internet zelf. Maar daar is nou ook wel weer overheen te komen. Dat zijn er maar heel weinig en er zijn heel veel voordelen, dus.
Ik vind dus dat computers een heleboel veel gemakkelijker maken, ook en vooral op school en dat je er dus heel veel aan hebt!


TerugJenny Schings